Inbedrijfstelling – IKA MF 10 basic User Manual

Page 53

Advertising
background image

53

Let erop dat de molenaandrijving stabiel op een
tafel staat. De in de technische gegevens vermelde
omgevingsvoorwaarden moeten in acht worden
genomen.
De opvangbak (pos. A 19) wordt zodanig op de
voet gelegd dat de ronde magneten in de verdie-
ping op de voet worden gestoken.

Stootmolen:
Montage van de stootmaalkop:
De aan- /uitschakelaar pos. A 13 moet op de nul-
stand staan en de netstekker moet voor de mon-
tage van de stootmaalkop uit het stopcontact zijn
getrokken. Eerst worden de drie schroefbouten
pos.P 5 (zie afb. 1) er op dezelfde hoogte uitge-
draaid (afstand tussen het zeskant van de bout en
het gladde vlak op de maalkop ca. 2 mm, dit komt
overeen met twee omwentelingen).
Let erop dat het fl ensstuk op de aandrijving en
op de kop schoon en stofvrij is. Het afwrijven van
beide pasdelen met een licht geoliede doek is van
voordeel voor de montage. De pasveer moet in het
bereik van de uitsparing (in de achterwand van de
maalkamer) staan. De kop wordt nu op de aan-
drijving geschoven, waarbij erop gelet moet wor-
den dat de delen niet kantelen. De einden van de
schroefbouten moeten in de boorgaten van het
drijfwerkdeksel steken. Hiervoor moet de kop licht
met de Inbedrijfstelling klok mee worden gedraaid.
Nadat de bouten erin zijn gestoken wordt de kop
tot de aanslag van de bout gedraaid zodat de kop
nu recht staat.
Nu wordt de deur van de maalkamer gesloten en
met de bedieningsknop pos. P 10 vergrendeld (3
tot 5 omwentelingen zijn voldoende). Hierdoor
wordt de maalkamer optimaal gericht zodat een
later openen en sluiten van de deur licht gaat. Nu
worden de schroefbouten met de meegeleverde
vorksleutel aangetrokken. Hierbij moet erop wor-
den gelet dat de bouten in de richting van de kop
moeten worden aangetrokken.
Attentie: trek de bouten gelijkmatig vast

(zie afb. 3.1)!

Nu kan de kamerrotor pos. P 13 gemonteerd
worden. De rotor wordt zoals weergegeven in
afb. 3 op de aandrijfas geschoven, met de schijf
pos. P 11 en de verzonken schroef pos. P 15 be-
vestigd. De verzonken schroef pos. P 15 wordt
aangehaald met de meegeleverde inbussleutel
terwijl de rotor met de meegeleverde stiftsleutel
tegengehouden wordt. Hiervoor moet de sleutel
zo worden geplaatst dat de stiften van de sleu-

Inbedrijfstelling

tel in de frontale boringen van de rotor grijpen.
De schijf moet zo worden gedraaid dat de bo-
ring in de rotor toegankelijk is voor de stiften van
de sleutel.

Aanwijzing: Nadat de cilinderkopschroef is

aangehaald met de inbussleutel, moet de hamer-
rotor één maal (360°) worden gedraaid. Daarbij
mag de rotor niet aanlopen. Eventueel moet de
montage herhaald worden.

Nu kan de voor het maalproces passende zeef
pos. Z 1 worden ingelegd, hiertoe wordt de zeef
van de voorkant in de maalkamer geschoven. De
zeef en het oppervlak van de zeefhouder in de
maalkamer moeten vrij van vuil en stof zijn.
Nu kan de deur van de maalkamer gesloten en
met de bedieningsknop pos. P10 worden ver-
grendeld. De schroefbout van de bedienings-
knop wordt door drukken en draaien in de in-
wendige schroefdraad op het drijfwerkdeksel
gedraaid. De eerste omwentelingen gaan licht,
wanneer het draaien zwaarder wordt is de deur
weliswaar gesloten de veiligheidsschakelaar ech-
ter nog niet ontgrendeld. Deze moet tot een
merkbare aanslag worden doorgedraaid (nog
ca. 2 omwentelingen) dan is de veiligheidsscha-
kelaar pas ontgrendeld en is de molen startklaar.

Maalproces met de stootmolen:
Voor het maalproces wordt de geschikte zeef
erin geschoven en de deur gesloten.
Daarna wordt een passende opvangbak op de
uitlaatconus normgeslepen NS 29 bevestigd. Ge-
schikte containers zijn bijv. Erlenmeyer pos. Z 3,
ronde kolven, reageerbuizen telkens van glas of
kunststof. De containers moeten met een beves-
tigingklem pos. Z 2 (zie afb. 1) worden beveiligd.
Bij warmtegevoelige stoffen of maalgoed me een
zeer hoge volumevergroting bij het fi jnmaken
wordt voor de toepassing een kolf met twee hal-
zen aanbevolen, waarbij op de tweede opening
een fi lter (bijv. watten) wordt gemonteerd. Door
een luchtstroom wordt het maalgoed gekoeld
en er ontstaat geen voerdruk. Bij zeer kritische
maalgoed (na het fi jnmaken zeer fi jn poeder)
kan het maalgoed ook door middel van een in
de handel gebruikelijke stofzuiger waarvan de
zuigbuis op de uitlaatconus wordt geadapteerd,
worden weggezogen. Het poeder bevindt zich
dan in de stofzuigerzak waaruit dit voor verdere
methodische stappen kan worden genomen.

Aanwjzing!

Advertising