IKA MF 10 basic User Manual
Page 54
54
Het in de juiste vulkorrelgrootte voorbereide
maalgoed wordt in de trechter gevuld en het dek-
sel pos. P 17 erop gelegd. De toerentalknop pos.
A 12 wordt op links aanslag (3000 rpm) gedraaid.
Door de wipschakelaar pos. A 13 op positie 1 om
te schakelen wordt de molen gestart. Eerst gaat
de groene LED "Power" branden en heel kort de
LED "Overload" voordat de motor met een zachte
aanloop start. Door op de toerentalknop te draai-
en kan het gewenste toerental worden ingesteld.
Voor het stootmalen wordt aanbevolen om een
toerental van meer dan 4500 rpm te selecteren.
Nu kan het maalgoed worden toegevoegd door
de doseersluis pos. P6 met de klok mee te draai-
en. Wanneer er maalgoed in de maalkamer bin-
nentreedt is dit hoorbaar, wanneer er teveel toe-
gevoerd wordt, neemt het toerental van de rotor
af. Deze afname van het toerental is duidelijk
hoorbaar aan de diepere maalgeluiden, boven-
dien gaat tijdens de overlastwerking de oranje
“Overload”-LED branden. Er moet pas weer maal-
goed toegevoegd worden wanneer het toerental
weer op de ingestelde waarde ingespeeld is, c.q.
wanneer de “Overload”-LED niet meer brandt.
Wanneer dit niet wordt opgevolgd, wordt de mo-
len overbelast en schakelt na enkele tijd wegens
oververhitting van de motor uit. Dit wordt dan
met de rode lichtdiode “Error” weergegeven. Bo-
vendien klinkt er een pieptoon als verzoek om de
molen op de wipschak elaar pos. A 13 uit te scha-
kelen. De molen moet dan enkele tijd afkoelen
om deze opnieuw te kunnen starten (zie hoof-
dstuk Verhelpen van storingen).
Bovendien wordt het maalgoed bij het geringere
toerental in de overlastwerking niet meer fi jnge-
maakt omdat de stootenergie niet meer voldoen-
de is om het maalgoed te breken. Het verblijven
van het maalgoed in de maalkamer bewerkstelligt
een sterke verwarming van de maalkamer en het
maalgoed. In extreme gevallen kan het maalgoed
aan de maalkamerdelen vastkoeken hetgeen een
moeizame reiniging ten gevolg heeft.
Wanneer de trechter leeg is blijft de molen zolang
uitgeschakeld tot al het maalgoed uit de maalka-
mer in de opvangbak is. Dit is dan het geval wan-
neer er geen fi jnmaakgeluiden meer hoorbaar zijn.
Positief voor de reiniging van de maalkamer is
het wanneer na het maalproces kort op het ma-
ximum toerental wordt geschakeld en pas daarna
de toerentalknop op links aanslag wordt terugge
draaid en de molen op de schakelaar wordt uit-
geschakeld.
Na het openen van de maalkamerdeur wordt de
zeef verwijderd en eventueel nog in de uitlaatt
rechter achtergebleven maalgoed in de opvang-
bak geveegd.
Attentie: Na langere maalcycli kunnen de maal-
kamers en de zeven een verhoogde temperatuur
bereiken. In dit geval moet de persoonlijke be-
schermuitrusting worden gedragen.
Het kan van voordeel zijn wanner het maalgoed
in verschillende stappen wordt fi jngemaakt.
D.w.z. eerst wordt een zeef met grote gaten voor
het voorverkleinen toegepast en in de volgende
doorgangen telkens fi jnere zeven (zie afb. 4).
De voordelen hiervan zijn:
• Minder storingen bijv. door verstopte zeven of
motoroverlast.
• Geringere verwarming van het maalgoed om-
dat de verblijfduur van het maalgoed in de
maalkamer aanzienlijk gereduceerd is.
• Een nauwer korrelgroottespectrum van het
eindgoed.
• Meestal een geringere totale maalduur bij een
beter resultaat omdat ondanks meerdere do-
organgen het fi jnmaken sneller en effectiever
plaatsvindt.
Demontage van de stootmaalkop:
Er moet op gelet worden dat de molen voor het
demonteren van de kop eerst moet afkoelen
omdat anders de maalkamer en de klopperrotors
niet losgemaakt kunnen worden.
Voor de demontage moet de stekker uit het
stopcontact worden getrokken. Nadat de deur
geopend is wordt de verzonken schroef van pos.
P 15 losgehaald met de inbussleutel, terwijl de
motor met de meegeleverde stiftsleutel wordt
tegengehouden. Hiervoor moet de sleutel zo
worden geplaatst dat de stiften van de sleutel
in de frontale boringen van de rotor grijpen. De
schijf moet zo worden gedraaid dat de boring
in de rotor toegankelijk is voor de stiften van de
sleutel.
Wanneer het inwendige zeskant van de schroef
verontreinigd is moet deze door middel van een
borstel gereinigd worden. Nadat de verzonken
schroef en de schijf van pos. P 11 verwijderd
zijn, wordt de hamerrotor van pos. P 13 weg-
getrokken. De pasveer moet in het bereik van de
uitsparing (in de achterwand van de maalkamer)
staan. Nu worden de drie schroefbouten pos. P 5
met een vorksleutel losgemaakt en de maalkamer
wordt met de klok mee gedraaid en eraf getrok-
ken.